Afd. Oost-Brabant

Oprichtingsdatum: 3 maart 1946

Inschrijvingsgegevens Kamer van Koophandel:

De vereniging van Postduivenverenigingen Afd. Oost-Brabant is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Oost-Brabant onder dossiernummer: 40215739

Het bedrijfspand van Afd. Oost-Brabant:

Industrieterrein De Sleutel te Bladel
Handelsweg 7
5531 AE Bladel

Lossingsberichten:

Internet: www.afdeling3.nl

afdelings_oost-brabant_postduivensport_organisatie_duiven

Lossingsregeling Afdeling Oost-Brabant:

Het afdelingsbestuur heeft bij bijzondere omstandigheden het recht om van onderstaande richtlijnen af te wijken. (alle in deze richtlijnen genoemde tijden betreft de zomertijd) Mogelijkheden tot lossing op de geplande lossingsdag:

  • Vluchten vanuit België: t/m 16 uur
  • Vluchten vanuit Frankrijk (midfond): t/m 14 uur
  • Eendaagse fond: in overleg met de organiserende commissie
  • Overnachtfond (Afdeling): niet later dan 14 uur. Indien de weersomstandigheden hiertoe aanleiding geven kunnen de duiven in de loop van de voormiddag worden gelost.
  • Overnachtfond (nationaal): in overleg met de nationale lossingscommissie
  • Overstaan: indien de duiven op de vastgestelde lossingsdag niet worden gelost:
    • Oude duiven vitesse/midfond: max. 1 dag overstaan
    • Oude duiven eendaagse fond: max. 2 dagen overstaan
    • Oude duiven overnachtfond: max. 3 dagen overstaan
    • Jonge duiven en natour: max. 1 dag overstaan

Protocol bij terugkeer duivenwagens met duiven in Bladel:

Indien duidelijk is dat een geplande vlucht geen doorgang kan vinden wordt dit bekendgemaakt op de website en bij de contactpersoenen van de samenspelen.

Het streven is, indien mogelijk, om uiterlijk omstreeks 16:00 uur met de duiven terug te zijn in Bladel om de duiven tijdig te kunnen lossen indien de omstandigheden dit toelaten.

Indien het weer het toelaat worden de duiven in groepjes gelost in de nabijheid van de loods. Indien het weer het niet toelaat blijven we overstaan naar de volgende dag of bieden wij de verenigingen de mogelijkheid om ze op te komen halen.

Hiertoe worden de CC-contactpersonen (via een app-groep) geïnformeerd (door Henk Hendrikx of Jan Paridaans) hoe laat we terug kunnen zijn in Bladel en men de duiven eventueel op kan komen halen. De CC-contactpersonen stemmen dit af met hun verenigingen. Indien er verenigingen zijn die de duiven op willen komen halen dient hun CC-contactpersoon dit terug te melden in de app-groep waarin ook Jan Paridaans en Henk Hendrix opgenomen zijn. De CC-contactpersonen melden de verenigingsnummers welke de duiven op komen halen terug in de app-groep. Van de verenigingen waarvan niets terug gemeld wordt worden de duiven vervolgens verzorgd en de volgende dag gelost.

Lossingen:

De op het vliegprogramma vermelde lossingstijden zijn richttijden. Groepslossingen vinden VANAF een bepaald tijdstip plaats. Tijdsverschil tussen de resp. groepen: bij een lossing in 2 groepen: minimaal 20 minuten Bij een lossing in 3 groepen: minimaal 15 minuten, 4 groepen of meer: 10 minuten Na een groepslossing zullen de exacte lossingstijden van de resp. groepen via website afdeling en het antwoordapparaat van de Afdeling bekend worden gemaakt.

Regeling bij hoge temperaturen:

Deze regeling is gebaseerd op de reglementen van de NPO. Bij zeer warme weersomstandigheden: bestuur NPO maakt de dag voordat het inkorven plaatsvindt bekend dat de weersomstandigheden maatregelen vereisen. Indien de verwachte middagtemperatuur op de dag van inkorven hoger is dan 30˚ C. (dus vanaf 31˚ C.) wordt voor jonge duivenvluchten geadviseerd vanaf een kortere afstand te vliegen; Indien de verwachte middagtemperatuur op de dag van inkorven hoger is dan 35˚ (dus vanaf 36˚) wordt voor jonge duivenvluchten geadviseerd om de vlucht af te gelasten. Het afdelingsbestuur treft de te nemen maatregelen en maakt dit via website afdeling en/of antwoordapparaat Afdeling bekend.

Aantal duiven per volle mand:

Het op het vliegprogramma vermelde aantal duiven per mand per vlucht is het verplicht voorgeschreven aantal duiven voor een volle mand. Onderstaand een specificatie van de aantallen duiven per mand:

Vluchten met 1 geplande nacht mand: 30 duiven
Vluchten met 2 geplande nachten mand: 25 duiven
Vluchten met 3 of meer geplande nachten mand: 24 duiven

Indien de verwachte middagtemperatuur op de dag van inkorven hoger is dan 30˚ (dus vanaf 31˚) geldt voor de jonge duivenvluchten: 27 duiven per mand indien het een vlucht is met 1 geplande nacht in de mand. Uitsluitend het afdelingsbestuur treft de te nemen maatregelen en maakt dit via website afdeling en/of de contactpersonen van de samenspelen bekend. De besturen van de CC’s/samenspelen oefenen namens het afdelingsbestuur controle uit op de aantallen duiven per mand. Bij niet naleving van de voorschriften kan dit leiden tot rechtsmaatregelen. Bijvoorbeeld uitsluiting, niet ophalen volgende vlucht. Zulks ter beoordeling van het afdelingsbestuur.

Inkorflokaal (zie ook NPO reglement):

Een inkorflokaal moet aan de volgende voorwaarden voldoen om als ophaalpunt te voldoen :

  • Een vereniging moet minimaal 12 leden hebben en minimaal 10 spelende leden.
  • De minimale grens voor elk inkorflokaal om zelfstandig in te korven is 5 deelnemers, bij nationale vluchten 7 deelnemers.
  • Een ophaalpunt waar opgehaald wordt met de verkorte ophaalroute 4 vervalt bij een gemiddelde minder dan 120 duiven.*
  • Inkorfcentra eendaagse fond oude duiven vervalt bij een gemiddelde minder dan 100 duiven *
  • Inkorfcentra eendaagse fond jonge duiven vervalt bij een gemiddelde minder dan 75 duiven *
  • Inkorfcentra marathonvluchten vervalt bij een gemiddelde van minder dan 75 duiven *

* : afdelingsbestuur kan dispensatie verlenen b.v. indien er in een samenspel (CC) te weinig inkorfgelegenheid ontstaat. Indien men voor het eerste jaar onder het vastgestelde gemiddelde aantal duiven zit, krijgt men een brief waarmee erop gewezen wordt (dat geld voor de routes 4- 5-5a-en 6) men onder het vastgestelde gemiddelde zit. Zit men het daarop volgend jaar(het 2e jaar) nog onder het vastgestelde gemiddelde dan vervalt daarna het ophaalpunt

Als er voor een (trainings-) vlucht bij u niet opgehaald hoeft te worden, gelieve dit zo spoedig mogelijk door te geven aan Jan Paridaans (06-12460974).

 

Inkorflokaal neemt niet deel aan de wedvlucht:

Als er voor een (trainings-) vlucht bij u niet opgehaald hoeft te worden, gelieve dit zo spoedig mogelijk door te geven aan Jan Paridaans (06-12460974). Geen antwoordapparaat inspreken a.u.b.

Ophalen van de duiven:

De op de ophaalrouteschema’s vermelde tijden zijn richttijden. De transportbedrijven, chauffeurs en convoyeurs hebben de opdracht om deze tijden zoveel mogelijk aan te houden. De inkorfcentra dienen er voor te zorgen dat men tijdig gereed is met inkorven: minimaal 15 minuten voor de geplande aankomsttijd van de duivenwagen. De inkorfcentra dragen er zorg voor dat er voldoende hulp aanwezig is bij het laden van de manden, . Vereist zijn twee personen die in staat zijn om de manden mee te helpen laden, tot 5 manden. Meer dan 5 manden 3 personen waarvan 1 persoon op de ladder durft te staan om de manden mee boven in de wagen te zetten.

Invullen vrachtincasso formulier:

De verantwoordelijke functionaris vult het formulier zorgvuldig en duidelijk in:

  • Het totaal aantal duiven (oude en jonge bij elkaar)
  • Het aantal deelnemers aan de betreffende vlucht; Heeft men oude en jonge duiven mee, dan is dit toch maar één deelnemer
  • Het totaal aantal volle manden
  • Het aantal restmanden en het aantal duiven per restmand
  • Het NPO verenigingsnummer
  • De handtekening

Het vermelden van de totaal te betalen vrachtprijs is niet noodzakelijk. De verwerking geschiedt d.m.v. een computerprogramma. Uiteraard kunt U wel voor eigen gebruik het totaal te betalen bedrag vastleggen. Speciale aandacht voor het volgende: bij de overgang van Belgische naar Franse vluchten en van Franse vluchten met 1 nacht mand naar een vlucht met 2 nachten mand worden veelvuldig foutieve bedragen ingevuld. Bij afwijkende bedragen worden de verenigingen niet geinformeerd, maar wordt dit door de Afdeling gecorrigeerd.

Betaling vrachtgeld:

De betaling van het vrachtgeld kan uitsluitend door middel van het originele vrachtincasso formulier. Het originele formulier wordt met de convoyeur meegegeven.

Incasso vrachtgelden bij fondvluchten en midfondvluchten met verkorte ophaalroute:

De vrachtgeldbetaling geschiedt door middel van één vrachtincasso formulier dat wordt ingevuld door het inkorfcentrum waar de duiven werden ingekorfd c.q. aangevoerd. Het betreffende inkorfcentrum ziet er op toe dat alle aangeboden volle manden (inclusief de manden die werden aangevoerd) het voorgeschreven aantal duiven bevatten en draagt er zorg voor dat er slechts 2 restmanden worden aangeboden. Het vrachtgeld voor aangevoerde manden wordt afgedragen aan het inkorfcentrum waar de duiven werden aangevoerd.

Het aanvoeren van manden:

Het aanvoeren van manden naar een inkorfcentrum waar de duiven worden opgehaald geschiedt altijd door minimaal twee personen, waaronder een bestuurslid. De manden waarin de duiven worden aangevoerd zijn verzegeld. De concoursleider van het inkorfcentrum waar de manden worden aangevoerd heeft het recht controle uit te oefenen ten aanzien van de aantallen duiven per mand en de concoursringen. De duiven kunnen worden omgezet(overlopen) in manden van het ophaalpunt, zodat uitsluitend manden van de vereniging waar wordt opgehaald , met de wagen meegaan. Laat men de duiven niet overlopen dan moet men het verenigingsnummer van het inkorfpunt waar men aanvoert, op een stuk karton, sticker of ducktape schrijven en dat nummer onder het eigen verenigings nummer op de schuif plakken. Dit is voor controle, de aangevoerde manden worden de week erna afgezet bij het ophaalpunt waar ze worden opgehaald , men moet dus zelf later daar de manden ook weer ophalen, behalve als er na een R4 vlucht een normale ophaalroute volgt. Dan worden de manden weer gewoon bij de vereniging afgezet. De wedvluchtbescheiden moeten kunnen worden getoond. Om tot het voorgeschreven aantal restmanden te komen is de concoursleider waar de manden worden aangevoerd, gerechtigd om manden aan te vullen of duiven in andere manden plaatsen.

Restmanden:

Op vitesse en midfondvluchten* (* uitgezonderd midfondvluchten die met een verkorte ophaalroute worden opgehaald) is er per inkorfcentrum slechts één restmand toegestaan (doffers en duivinnen samen). Hiervoor wordt, ongeacht het aantal duiven (en dat is maximaal 1 duif minder als het voorgeschreven aantal duiven voor een volle mand), per duif betaalt. Het gebruik van schotmanden is daarom aan te bevelen. Voor de eendaagse en de overnacht fondvluchten, evenals midfondvluchten met verkorte ophaalroute, zijn maximaal twee restmanden toegestaan, waarvoor per duif wordt betaald

Schotmanden:

In verband met de waterverstrekking van de duiven dient men aan de achterzijde van de schotmand duidelijk aan te geven dat het een schotmand betreft. Dit kan het best door de achterkant van de mand van de lossingskleur te voorzien of er duidelijk zichtbaar een label aan te bevestigen met daarop het woord: SCHOTMAND

Labels:

Er wordt uitsluitend bij restmanden (en bij een schotmand – zie hiervoor) een label aan de mand bevestigd. Op de label altijd vermelden: het NPO verenigingsnummer en het aantal doffers of duivinnen dat in de mand is geplaatst.

Vrachttarieven:

De vrachttarieven voor dit seizoen worden gepubliceerd op het vliegprogramma. Indien afgeweken moet worden van het aantal duiven per mand b.v. als gevolg van het hitte protocol blijft de mandenprijs gelijk. In dit geval moeten de verenigingen de duif per prijs aanpassen.

Verplichte enting tegen paramyxo:

Alle duiven die op de hoklijst zijn vermeld moeten worden geënt tegen het paramyxo virus. De enting moet worden uitgevoerd door een erkende dierenarts en met de juiste entstof. De geldigheidsduur van de enting is afhankelijk van de gebruikte entstof. Als bewijs van enting moet de dierenarts een wettelijk voorgeschreven formulier invullen en ondertekenen. Op dit formulier staan de vaste voetringnummers van alle geënte duiven vermeld; de gebruikte entstof; de datum van enten en een stempel van de dierenarts. Aan de hand van deze formulieren vult de basisvereniging de entingverklaring in. Een kopie van de entingverklaring wordt in het inkorflokaal van de vereniging bewaard.

Entingverklaring:

Alle transporten met postduiven moeten verklaringen bij zich hebben, waarin is vastgelegd dat alle duiven geënt zijn tegen het paramyxo virus. Alle basisverenigingen vullen jaarlijks voor een door de NPO vastgestelde datum, een verklaring in.

Hoklijsten:

Alle postduivenhoudende basisleden van de NPO zijn jaarlijks verplicht om mimimaal in 2-voud een hoklijst in te leveren bij de basisvereniging. Bestuur basisvereniging is verplicht de hoklijsten te controleren op eigendomsbewijzen en na controle de hoklijst voor akkoord te tekenen. 1 Exemplaar blijft bij bestuur basisvereniging 1 Exemplaar is voor het basislid Het gebruik van op PC’s gemaakte hoklijsten is toegestaan.

Onderhoud manden:

Het gebruik van rekken in de inkorflokalen is van het grootste belang om de manden in goede staat te houden. Hierdoor worden veel mankementen (vooral aan de hoekstukken) voorkomen. De manden na terugkomst niet buiten laten staan. De manden wekelijks schoonmaken en direct na afloop van het vliegseizoen.Het karton maar eenmaal gebruiken. Kleine reparaties worden door de verenigingen zelf uitgevoerd.

Schoonmaken van de manden:

Dat de manden op de hoeken stuk gaan komt bijna altijd doordat men ze bij het schoonmaken op een van de hoeken laat vallen. De enig juiste manier om manden schoon te maken is door deze in rekken te zetten; het karton eruit halen, dan eventueel er een keer doorheen krabben en daarna met een stofzuiger de rest verwijderen. ( Daarbij is het dus niet nodig om de manden uit de rekken te halen en dat voorkomt heel veel schade).

Karton:

Het gebruik van (golf)karton in de manden is verplicht. Het is echter toegestaan (door afd Oost-Brabant) om op het karton een handje krullen te strooien (bij het gebruik van teveel krullen volgt een verbod op het gebruik van krullen voor de betreffende vereniging). De verenigingen ontvangen jaarlijks een formulier om het gewenste aantal rollen golfkarton te bestellen. Door een gezamenlijke inkoop worden de kosten verminderd.

Reparaties manden door de afdeling:

Voor grotere reparaties evenals het vervangen van de bodem wordt contact opgenomen met de vervoerscoördinator, de heer J. Paridaans (telefoon: 06 – 12460974). In de periode april t/m augustus van ieder jaar worden geen manden ter reparatie aangenomen. Te repareren manden worden aan het einde van het vliegseizoen op de voorlaatste vlucht met de duivenwagen meegegeven. Deze manden zijn voorzien van een label waarop vermeld staat: “REPARATIEMAND”, plus het mankement. Het komt voor dat verenigingen manden ter reparatie aanbieden omdat de bodem van de mand bol staat Een wat bolle bodem is echter geen reden om deze te vervangen. Door vochtwerking staan zelfs nieuwe bodems soms wat bol. De bodem moet echt door slijtage stuk zijn om te worden vervangen. Als bodems zijn gescheurd, of er is ’n hoek uit komt dit altijd door onzorgvuldig gebruik, vanaf 2008 moeten de kosten van de reparatie hiervan dan ook door de vereniging worden betaald (€ 25, – per bodem). Ook hoeken gaan alleen stuk door onzorgvuldig gebruik, de kosten voor deze reparaties zijn ook voor de vereniging vanaf 2008( €10, – per hoek).

Strips:

Op sommige manden is een strip aangebracht. Deze is op de mand aangebracht om verwondingen bij duiven te voorkomen, deze strips geven geen problemen met het drinken . Het is niet toegestaan om deze strips te verwijderen.

Verloren geraakte manden:

De basisverenigingen zijn verantwoordelijk voor de manden die zij in beheer hebben. Indien een mand is zoek geraakt dient men direct contact op te nemen met de vervoerscoördinator. Blijkt de mand door de vereniging te zijn zoekgeraakt, dan zal de vereniging hiervoor een factuur ontvangen.

Terugbrengen van lege manden:

Het terugbrengen van lege manden naar basisverenigingen geschiedt uitsluitend na overleg met en in opdracht van de vervoerscoördinator.

Africhtingsvluchten:

Voor alle africhtingsvluchten georganiseerd door verenigingen en cc’s is het verplicht om via de Afdeling (secretariaat) een lossingsvergunning aan te vragen. Deze verplichting geldt voor zowel binnen- als buitenlandse lossingen.
Africhtingsvluchten vanaf Nederlands gebied zijn alleen toegestaan op, zaterdag -zondag of dinsdag.
Africhtingsvluchten in België zijn alleen toegestaan op woensdag. (Er mag dan uiterlijk tot 12 u worden gelost)
In een week waarin door de Afdeling een africhting- of midweekse vlucht wordt georganiseerd, wordt er alleen een lossingsvergunning verstrekt aan Cc’s en/of basisverenigingen op zondag.
Op zaterdag niet omdat er dan veel teveel duiven in de lucht zijn van wedstrijden.

Inkorven voor africhtingsvluchten buiten de afdeling:

Indien er door de Afdeling een africhtings- of wedvlucht wordt georganiseerd is het niet toegestaan dat leden buiten de eigen Afdeling duiven ter africhting inkorven voor een vlucht die op dezelfde dag wordt gelost als de Afdelingsvlucht.

Huren oplegger bij afdeling:

Indien CC ’s voor het organiseren van een africhtingsvlucht gebruik willen maken van een duivenwagen van de Afdeling dient men dit aan te vragen bij de vervoerscoördinator, 06-12460974. De huurprijs wordt op aanvraag verstrekt. De duivenwagen dient op de dag van lossing weer te worden teruggebracht naar de loods in Bladel. De gebruikte manden dienen daarvoor bij de verenigingen te zijn teruggebracht. Verdere voorwaarden.

  • Indien de afd. zelf een vitessevlucht organiseert wordt geen oplegger verhuurt.
  • Indien de afd. op zaterdag ophaalt kan men geen oplegger huren op vrijdagavond.
  • Indien de afd op donderdag ophaalt voor een midfondvlucht op zaterdag, kan men een oplegger huren voor het ophalen van duiven op zaterdagavond om op zondag te lossen.
  • Men mag geen concoursen organiseren.
  • Opleggers huren geldt alleen voor de periode net voor de vroege jongen of natour Het vervoer van de Afdeling heeft altijd prioriteit. Indien de manden met eigen materiaal worden vervoerd: de te vervoeren manden dienen in rekken te zijn geplaatst en zodanig te worden vervoerd dat er geen beschadiging aan het materiaal kan plaatsvinden.

Ophokplicht:

Ieder jaar wordt er door resp. Gedeputeerde Staten van de Provincie NoordBrabant en door de Limburgse Land- en Tuinbouwbond een ophokplicht voor duiven vastgesteld. De basisleden zijn verplicht gedurende de vastgestelde periodes de duiven vast te houden.

Reglementen:

Voor alle basisleden zijn bindend: statuten, huishoudelijk reglement, overige reglementen en richtlijnen van: NPO, Afdeling Oost-Brabant, het samenspel (CC) en de eigen basisvereniging waarbij men is aangesloten.

Internet:

Website afdeling Oost-Brabant: www.afdeling3.nl

Risico ingekorfde duiven:

In dit verband wijzen wij op Artikel 138 van het Wedvluchtreglement :
De duiven die worden meegegeven voor een africhtingsvlucht of wedvlucht gaan mee voor risico van de eigenaar.